1. Vanaf wanneer mag ik als zelfstandige met pensioen gaan?
De wettelijke pensioenleeftijd bedraagt 65 jaar, zowel voor mannen als voor vrouwen. Vanaf 2025 kunt u met pensioen gaan vanaf 66 jaar en vanaf 2030 is dat 67 jaar.
Toch is het mogelijk om met vervroegd pensioen te gaan, op voorwaarde dat u lang genoeg gewerkt heeft en een minimumleeftijd heeft bereikt heeft. Uw pensioen gaat ten vroegste in vanaf 1 januari 2019: vanaf de eerste dag van de maand na die waarin u 63 wordt.
Loopbaanvoorwaarden:
- uw pensioen gaat ten vroegste in op 1 januari 2019: uw loopbaan moet minimum 41 jaar tellen.
- uw pensioen gaat ten vroegste in vanaf 1 februari 2019: uw loopbaan moet minimum 42 jaar tellen.
Er gelden echter een aantal uitzonderingsmaatregelen. Deze kunt u raadplegen op de website van de Sociale Zekerheid voor Zelfstandige Ondernemers.
2. Wanneer heeft een zelfstandige een volledige loopbaan bereikt?
Een volledige beroepsloopbaan omvat 45 jaar, zowel voor werknemers als voor zelfstandigen.
Wie minder dan 45 jaar heeft gewerkt, krijgt een pensioen volgens zijn aantal gewerkte jaren, in verhouding tot een volledige loopbaan van 45 jaar. U krijgt dan bijvoorbeeld 40/45sten van het wettelijk rustpensioen uitbetaald.
Wie verder werkt en zijn pensioen niet opneemt, heeft recht op de pensioenbonus. Sinds 1 januari 2014 is het nieuwe systeem voor de pensioenbonus in voege.
U kunt een pensioenbonus krijgen als:
- uw pensioen ten vroegste ingaat vanaf 1 januari 2014;
- u uw beroepsbezigheid als zelfstandige vanaf 1 januari 2014 voortzet en minstens de bijdrage betaalt die wettelijk verschuldigd is voor een activiteit in hoofdberoep;
- u uw beroepsactiviteit voortzet gedurende meer dan een jaar na de datum waarop u een vervroegd rustpensioen had kunnen krijgen;
- u uw beroepsactiviteit na de leeftijd van 65 jaar voortzet en een beroepsloopbaan van minstens 40 jaar bewijst.
Het bedrag van de pensioenbonus is forfaitair vastgelegd per bijkomend gepresteerd kwartaal en stijgt progressief naarmate het pensioen wordt uitgesteld. De bonus bedraagt 117 euro bruto per gewerkt kwartaal voor de eerste vier kwartalen van de referteperiode en stijgt alle volgende 4 kwartalen met 15,60 euro per gewerkt kwartaal. Vanaf het 21ste kwartaal geldt een maximum van 195 euro per gewerkt kwartaal.
Deze bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex 136,09 - basis 1996 en worden aangepast aan de schommelingen van de index der consumptieprijzen.
3. Ik ben bijna 65 jaar en ik wil nog niet met pensioen. Kan ik mijn pensioen uitstellen?
Zelfstandigen kunnen na hun pensioenleeftijd gewoon doorwerken. In België is het pensioen een recht en geen verplichting. U hebt twee opties:
- U neemt uw pensioen op maar verdient nog (al dan niet) beperkt bij (zie vraag 6).
- U neemt uw pensioen nog niet op waardoor u onbeperkt mag bijverdienen.
Sowieso start het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) met het onderzoek van uw pensioenrechten 14 maanden voor u 65 jaar wordt.
In de loop van dit onderzoek stuurt het RSVZ u het document 'model 74' (verklaring inzake beroepsbezigheid van de toekomstige gepensioneerden).
Dat formulier ‘model 74' vult u enkele maanden voor de eerste betaling van uw pensioen in. In de praktijk betekent dat dus enkele maanden voor uw 65ste verjaardag. Op het formulier geeft u aan of u uw pensioen al dan niet nu wilt opnemen.
Hebt u een aantal jaren sinds uw 65ste verder gewerkt, en wilt u nu wel met pensioen, dan volstaat een eenvoudige brief naar het RSVZ om uw pensioen aan te vragen.
4. Hoe vraag ik als zelfstandige mijn pensioen aan?
Als u op uw 65ste verjaardag op pensioen gaat, hoeft u zelf geen initiatief te nemen om uw pensioen aan te vragen.
Veertien maanden voor u 65 jaar wordt, start het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) met het onderzoek van uw pensioenrechten.
In de loop van dit onderzoek stuurt het RSVZ u het document 'model 74' (verklaring inzake beroepsbezigheid van de toekomstige gepensioneerden). U vult het in en stuurt het terug naar het RSVZ. Vervolgens stuurt het RSVZ u een gewone brief met daarin het bedrag van het rustpensioen dat u maandelijks, vanaf uw 65ste, zult krijgen.
Als u vroeger dan uw 65ste op pensioen wilt, kunt u uw pensioen aanvragen in de hoofdzetel of in een bijkantoor van het RSVZ. U kunt dat ook bij uw gemeentebestuur of online via www.pensioenaanvraag.be.
U kunt uw pensioen ten vroegste twaalf maanden voor de gekozen ingangsdatum aanvragen.
5. Ik heb een gemengde loopbaan achter de rug. Hoe berekent het RSVZ mijn pensioen?
Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) gaat automatisch zelf op zoek naar alle bewijzen, zowel voor de jaren die u gewerkt hebt als zelfstandige als voor de jaren die u als werknemer aan de slag was. Het RSVZ contacteert daarvoor bijvoorbeeld uw sociaal verzekeringsfonds of de Federale Pensioendienst (FPD).
Sommige periodes waarin u niet gewerkt hebt, kunnen toch meetellen voor uw pensioen, bijvoorbeeld uw legerdienst, studieperiode, periodes van ziekte enz. Ook deze gelijkstelling wordt automatisch door het RSVZ onderzocht.
U ontvangt in beide stelsels een pensioen, dus zowel als zelfstandige als werknemer. Er geldt wel een maximum van 45 dienstjaren. Als u meer dan 45 dienstjaren heeft gewerkt, wordt het pensioen als zelfstandige eerst ingekort.
6. Hoeveel mag ik bijverdienen na mijn pensioen?
Zelfstandigen kunnen bijverdienen en tegelijk genieten van hun pensioen.
Hoeveel juist, hangt af van een aantal elementen zoals uw leeftijd, uw beroepsloopbaan en het soort pensioen dat u krijgt.
Onbeperkt bijverdienen
U mag werken zonder uw activiteit te beperken in de volgende situaties:
- U bent 65 en krijgt ofwel een rustpensioen, ofwel een rust- en overlevingspensioen;
- U bent jonger dan 65 en kan aantonen dat u minstens 45 jaar hebt gewerkt op de ingangsdatum van uw eerste rustpensioen.
- U krijgt een overgangsuitkering.
Als u recht hebt op een rustpensioen aan het gezinsbedrag, mag uw echtgeno(o)t(e) een aanvullend inkomen ontvangen, maar dat inkomen is beperkt, ongeacht de leeftijd van uw echtgeno(o)t(e).
Beperkt bijverdienen
U mag beperkt bijverdienen in de volgende situaties:
- U bent 65 en krijgt enkel een overlevingspensioen;
- U bent jonger dan 65, maar u kunt niet aantonen dat u minstens 45 jaar hebt gewerkt op de ingangsdatum van uw eerste rustpensioen.
Dan moet u:
- uw inkomsten beperken (ze liggen onder de vastgelegde grenzen);
- uw activiteit aangeven (in die situaties waarin dit moet).
Blijft u werken als zelfstandige of helper, dan moet u sowieso ook:
- Aangesloten zijn/blijven bij een sociale verzekeringsfonds
- Bijdragen betalen
7. Ik blijf na mijn pensioen verder werken. Moet ik mijn activiteit aangeven?
Er zijn twee situaties mogelijk:
- U krijgt nog geen pensioen en bent van plan na uw pensioen uw activiteit verder te zetten. In dat geval moet u uw activiteit voor de eerste betaling van uw pensioen aangeven. Om na te gaan of u een pensioen als gezin kan krijgen, moet ook uw echtgeno(o)t(e) de aangifte invullen.
- U krijgt al een pensioen en bent van plan een nieuwe activiteit te starten. In dat geval bent u niet meer verplicht om uw activiteit aan te geven.
8. Ik blijf na mijn pensioen verder werken. Moet ik mijn activiteit aangeven?
Dat hangt grotendeels af van wie u uw pensioen krijgt:
- Als u als zelfstandige uw pensioen krijgt, dan geeft u uw activiteit aan bij het RSVZ, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (www.rsvz.be).
- Als u een gemengd pensioen krijgt, dus als zelfstandige en als werknemer, kunt u kiezen: bij het RSVZ of bij de FPD, de Federale Pensioendienst (www.sfpd.fgov.be).
- Als u als werknemer uw pensioen krijgt, dan geeft u uw activiteit aan bij de FPD.